Valkuilen in het sociaal recht: voldoen overheidsinstellingen wel aan hun informatieverplichting?

Gepubliceerd: 09/08/2022

We merken in de praktijk dat meer en meer cliënten zich tot ons wenden om advies in te winnen over beslissingen van verscheidene overheidsinstellingen, bijvoorbeeld in het kader van hun arbeidsongeschiktheidsuitkeringen of pensioen. Meer en meer stellen we daarbij vast dat zowel de overheid als de rechtbanken de lat voor burgers bijzonder hoog leggen. Aanvraagformulieren en/of brieven waarmee juristen zelfs soms moeilijkheden hebben, worden geacht perfect leesbaar te zijn voor gewone burgers. Het adagium dat elke burger geacht wordt de wet te kennen, gaat echter maar moeilijk op wanneer deze burger niet adequaat wordt geïnformeerd over zijn of haar rechten.

De sociale zekerheidswetgeving  is een kluwen van verschillende regelgeving, soms regionaal en soms nationaal geregeld. Dit zorgt er in de praktijk voor dat de spelregels vaak onoverzichtelijk zijn.. Om de gewone burger te beschermen tegen willekeur en rechtsonzekerheid m.b.t. zijn sociale rechten, werd in 1995 daarom het ‘Handvest van de Sociaal Verzekerde’ ingevoerd. Het Handvest biedt bepaalde waarborgen aan sociaal verzekerden, en legt de overheidsinstellingen bepaalde verplichtingen op. Zo dient de overheid onder meer duidelijk en transparant te informeren en raad te geven. Bij gebreke aan correct en doeltreffend advies, schenden de instellingen hun informatie/raadgevingsverplichting. Het Handvest biedt dan ook een enorme waarborg tegen willekeurig en onduidelijk overheidsoptreden.

Wanneer een overheidsinstelling haar informatie/raadgevingsplicht schendt, dan kan zij door de rechtbanken aansprakelijk worden gesteld. Bijgevolg kan de rechtbank besluiten beslissingen te vernietigen en/of schade te vergoeden.

We dienen echter vast te stellen dat de rechtbanken en hoven steeds minder belang hechten aan het Handvest en de daarbij horende informatieverplichting. Op die manier leggen zij de verwachtingen van de burgers (onrealistisch?) hoog. In sommige gevallen moeten  burgers daardoor tien tot honderdduizenden euro’s terugbetalen. Allemaal omdat zij onvoldoende werden geïnformeerd door de overheid.

Enkele schrijnende voorbeelden uit de praktijk:

  1. Een man nadert de pensioenleeftijd en krijgt van de Federale Pensioendienst allerhande documenten toegestuurd aangaande zijn toekomstig pensioen. De voornaamste vraag die beantwoord moest worden, was of hij in aanmerking kwam voor een gezinspensioen, dan wel een alleenstaand pensioen. De man beseft dat hij weinig weet heeft over deze materie, en besluit om samen met zijn echtgenote – tot twee maal toe – advies te gaan inwinnen bij de Pensioendienst in Brussel. De Pensioendienst staat erom gekend altijd het meest gunstig pensioen te adviseren aan de pensioengerechtigden.De Pensioendienst adviseert aan het koppel dat de man recht heeft op een gezinspensioen, op voorwaarde dat zijn echtgenote haar maandelijkse RVA uitkering van 250 EUR – een bijpassing op haar inkomen – zou opgeven. Op die manier zou zijn echtgenote onder het grensbedrag blijven met haar inkomen opdat haar echtgenoot recht heeft op een gezinspensioen. Op basis van dit advies besloot de man te kiezen voor het gezinspensioen.De echtgenote luistert naar het advies van de Pensioendienst en laat aan de RVA weten afstand te doen van haar recht op tijdskrediet. De man krijgt vervolgens nog allerhande papieren van de Pensioendienst, waarop hij zijn keuze voor het gezinspensioen nogmaals moest bevestigen. Vervolgens krijgt de man een beslissing dat hij recht heeft op een gezinspensioen.Meer dan twee jaar later krijgt de man een nieuwe beslissing van de Pensioendienst: zij vorderen 10.000 EUR terug, aangezien de man nooit recht had op een gezinspensioen. Hij had al die jaren een alleenstaand pensioen moeten krijgen. Bij nazicht blijkt dat zijn echtgenote eigenlijk altijd al boven het grensbedrag heeft verdiend, ook op het moment dat het echtpaar advies was gaan inwinnen bij de Pensioendienst. De pensioendienst had aldus een foutief advies gegeven. Gevolg: de man moet 10.000 EUR terugbetalen en zijn echtgenote is haar maandelijkse RVA uitkering van 250 EUR in de maand kwijt, zowel voor de voorbije twee jaren als voor de toekomst.Het echtpaar heeft aldus aanzienlijke schade geleden door de schending van de informatie en raadgevingsplicht van de pensioendienst. Ook de Arbeidsrechtbank te Antwerpen bevestigde in een zeer uitgebreid vonnis dat de pensioendienst haar informatieplicht had geschonden en zij de schade aan het echtpaar moesten vergoeden.

    Het Arbeidshof te Antwerpen veranderde het geweer echter van schouder, en was van oordeel dat de pensioendienst geen fout te verwijten valt. De man had echter zelf aangevinkt op één van de documenten dat zijn echtgenote onder het grensbedrag zou blijven verdienen. Dat de man dit document samen – en op advies – van de pensioendienst heeft ingevuld, blijkt voor het arbeidshof irrelevant. Ongeacht het advies van de gespecialiseerde overheidsinstelling zélf, had de man maar moeten narekenen en vaststellen dat hij geen recht had op een gezinspensioen..

  2. Een ander schrijnend voorbeeld betreft een man die ziekte-uitkeringen aanvraagt, en daarbij moet aanduiden of hij samenwoont met iemand die een zelfstandig statuut heeft. Zijn partner werkte in loondienst en had geen bijberoep. Hij duidde aldus aan dat hij niet samenwoonde met een zelfstandige.Nadien blijkt dat zijn partner ergens in een kleine VZW een mandaat heeft. Meer dan tien jaar geleden wilde een familielid een VZW opstarten, hetgeen men niet alleen kan doen. De vrouw in kwestie had dan ook haar naam opgeven en ingestemd met het onbezoldigd mandaat. De vrouw in kwestie heeft hiervoor aldus nooit een inkomen gekregen, heeft hiervoor nooit actief een mandaat moeten uitoefenen, maar officieel staat zij wel ingeschreven als mandaathouder. Het onbezoldigd mandaat van een kleine VZW heeft als gevolg dat de man had ‘gelogen’ op zijn aanvraag en hij tienduizenden euro’s uitkeringen moet terug betalen.

Besluit

Meer dan ooit willen wij jullie dan ook waarschuwen: lees de briefwisseling van de overheid aandachtig. Informeer grondig alvorens een brief in de vuilbak te werpen. De gevolgen van een op het eerste zich nietszeggende brief kunnen onvoorziene proporties aannemen. De overheid blijft nl. vaak in gebreke grondig te informeren. Beslissingen worden vaak gecamoufleerd met vage of onduidelijke zinsconstructies. Informatie of advies dat mondeling wordt gegeven blijft niet overeind in de rechtbanken.  Deze laatste houden onzes inziens op hun beurt te weinig rekening met het feit dat mensen niet (of onvoldoende) geïnformeerd worden. En de prijs.. die betaalt u zelf. een gewaarschuwd man (of vrouw) is er twee waard!

Auteur:

Andere berichten