Hof van Cassatie bekent kleur wat betreft kennelijk onredelijke schadebedingen

Gepubliceerd: 06/11/2023

Het Hof van Cassatie heeft begin dit jaar bevestigd dat de toepassing van een schadebeding rechtsmisbruik kan uitmaken.

In casu betrof het de verkoop van een woning aan een echtpaar waarbij in de verkoopcompromis een schadebeding was voorzien van 10% van de koopprijs in geval van niet-uitvoering van de overeenkomst (lees: indien de verkoop niet zou doorgaan). 16 dagen na het ondertekenen van de koopovereenkomst overleed de echtgenote echter plots ten gevolge van een ongeval. Als gevolg van dit onverwachte overlijden trachtte de echtgenoot en de kinderen de aankoop af te wenden, maar er werd geen akkoord bereikt met de verkopers. De zaak kwam uiteindelijk voor de rechter die besliste tot ontbinding van de koopovereenkomst en tot (gematigde) betaling van de werkelijk gemaakte kosten.

De verkopers gingen echter in beroep tegen deze uitspraak om alsnog de betaling van het schadebeding door de koper te bekomen.

De rechter in hoger beroep was van oordeel dat de aanspraak van de verkopers op het schadebeding rechtsmisbruik uitmaakt omdat de koper inmiddels de gemaakte kosten reeds had vergoed. Er is sprake van rechtsmisbruik wanneer een partij een recht uitoefent op een wijze die overduidelijk de grenzen van de normale uitoefening van een recht door een redelijk persoon te buiten gaat. Bovendien oordeelde de rechter in beroep dat het schadebeding een voordeel zou uitmaken voor de verkopers dat disproportioneel is met het nadeel dat de koper hierdoor zou lijden.

De verkopers legden zich niet neer bij deze uitspraak en trokken naar het Hof van Cassatie. Vraag voor het Hof van Cassatie was concreet of de rechter nadat hij de hoogte van het schadebeding heeft getoetst, ook kan nagaan of de uitoefening van het schadebeding rechtsmisbruik uitmaakt. Naar aanleiding van de bovenstaande zaak heeft het Hof van Cassatie op deze vraag positief geantwoord. De rechter kan dus, naast de hoogte van het schadebeding, ook nog nagaan of er sprake is van rechtsmisbruik waardoor het schadebeding niet kan worden toegepast.

Als gevolg van deze rechtspraak kan er aldus bij de toepassing van een schadebeding tevens rekening worden gehouden met andere omstandigheden, zoals bijvoorbeeld:

  • Het nagenoeg ontbreken van werkelijke schade
  • Geringe ernst van de wanprestatie
  • De houding van de contractspartijen
  • De wijze waarop het contract tot op dat ogenblik is uitgevoerd

Dit Cassatiearrest ligt trouwens volledig in lijn met artikel 5.88 BW, dat in werking is getreden op 1 januari 2023, en waarbij de rechter het schadebeding moet toetsen aan de ‘kennelijke onredelijkheid’. Hierdoor gaat de rechter bij de beoordeling van een schadebeding niet alleen rekening houden met de hoogte van de schade maar ook met andere omstandigheden.

Auteur:

Andere berichten